Foto: bezige bij. |
|
Natuurreservaat "Het Zwin" Dit oude natuurreservaat ligt niet in Damme, maar in de naburige gemeente Knokke-Heist. Gezien Damme's historische binding met het Zwin, halen we het hier wel even aan. En zo nu en dan komt eens een bekende gast, zoals de ooievaar, uit het Zwin overvliegen naar Damme. Geschiedenis van het Zwin. Als we een leeftijd moeten kleven op dit stukje kust, dan kunnen we bijna zo ver teruggaan in de tijd als we willen. In de ondergrond van het Zwin zijn immers sporen teruggevonden die ons terugvoeren naar het Eoceen (begin Tertiair, grofweg 30 à 40 miljoen jaar geleden). Laten we het echter een beetje aanschouwelijk houden en beginnen met Tacitus, die het landschap beschreef tijdens de veldtochten van Julius Caesar. De kuststreek hier was een groot en bijna ondoordringbaar zoetwatermoeras, waarin de stam der Morienen heer en meester was. De Romeinen, met hun zware uitrustingen, zijn wijselijk uit het moeras gebleven. Duinen scheidden zee en moeras. Een belangrijke term voor deze streek is de Duinkerkiaanse zeetransgressie (of Duinkerke transgressie). Die transgressie kun je het makkelijkst omschrijven als een serie grote zee-invasies, waarbij het laaggelegen land gedurende een langere periode onder water werd gezet (dit in tegenstelling tot gewone overstromingen ten gevolge van een (storm)vloed, die krachtig en eerder kortstondig zijn). Bij het terugtrekken werden telkens sedimenten afgezet, die de huidige ondergrond in de polders vormden.
Een eerste invasie vond plaats in de 2e eeuw voor onze tijdrekening en was weinig ingrijpend. De tweede (4e eeuw na Christus) echter, brak door de duinengordel (ter hoogte van het huidige Zwin) waardoor de zee tot aan een plaatsje, dat later de grote zeehaven Brugge zou worden, reikte. Vanaf de 8e eeuw begon de inpoldering, waardoor de zee werd teruggedrongen. De derde fase van de transgressie (10e eeuw) was de belangrijkste voor Brugge, dat toen al een belangrijke handelsstad was geworden. Een stormvloed in 1134 scheurde een grote vaargeul uit die tot dicht bij de stad kwam. Op deze plaats onstond Damme, dat met Brugge verbonden was door een kanaal. In de 12e eeuw werden de inpolderingen opnieuw ingezet, waardoor steeds meer land op de zee werd heroverd. Door de indijkingen werd de zeearm steeds kleiner en bijgevolg ook de stroomsterkte, waardoor sedimenten zich makkelijker ophopen. Verzanding dus! In de 14e eeuw verschoof een deel van de handel zich al naar meer zeewaarts gelegen havens omdat het steeds moeilijker werd voor de zeeschepen om Damme direct te bereiken. Sluis was de laatste haven aan het Zwin en was verbonden met Brugge (en Damme) via een kanaal. De laatste inpoldering gebeurde in 1872; tot op dat moment kwam de zee nog steeds tot aan Sluis. Tot slot nog enkele historische
data: Het huidige Zwin Het Zwin is de enige plaats aan de Belgische kust waar de natuurlijke opeenvolging zee - strand - duinen - schorre - grasland nog te zien is. Deze combinatie is de voedingsbodem voor een grote diversiteit aan fauna en flora. Het Zwin kan in een aantal delen opgesplitst worden. Een nog omvangrijke natuurlijke duinengordel scheidt het reservaat van Knokke (Het Zoute); dit gebied is toegankelijk voor fietsers en wandelaars (wel op de paden blijven). Het Zwin zelf bevindt zich gedeeltlijk op Nederlands grondgebied en bestaat uit een vogelpark, een voor het publiek toegankelijk deel van het reservaat en een gedeelte dat niet toegankelijk is waar zich de broedplaatsen van de vogels zich bevinden. Het reservaat zelf is ongeveer 150 ha groot. Plantenleven
De
bodem in het Zwin is zeer gevarieerd; zoute schorren en droge grond wisselen
elkaar af. Een moeilijk biotoop om te overleven, zelfs voor planten.
Een aantal plantensoorten zijn echter goed aangepast aan dit leven en komen
nergens anders in België voor.
Vogels van het Zwin
Het
Zwin is natuurlijk het meest gekend voor zijn rijke diversiteit aan
vogels. Meer dan de helft van alle vogelsoorten die in België zijn
waargenomen, kan men in het Zwin aantreffen. Je vindt er zo veel vogels
terug omdat het reservaat de overgang tussen zee en land vormt en dus zowel zee-
als landvogels herbergt. De zee voert dagelijks grote hoeveelheden voedsel
aan (weekdieren, plankton, schaaldieren) en de hoger gelegen schorren zijn een
ideale broedplaats, veilig tegen overstromingen en roofdieren. Hou er wel
rekening mee dat er veel trekvogels het Zwin bezoeken, hun aanwezigheid is dus
seizoensgebonden. En zo biedt elk seizoen een nieuw schouwspel. Het
reservaat is het meest gekend voor zijn ooievaars (Ciconia Ciconia). Deze
mooie vogel was in deze regio uitgestorven, maar dankzij een heel succesvol
herinplantingsprogramma, zijn deze vogels weer regelmatig te zien. |
» www.zwin.be
|
© Hendrik De Leyn - www.damme-online.com |