Den Hoorn
Smokkelnest en bedevaartsoord
Algemeen.
Den Hoorn is geen echte deelgemeente maar wel de derde grootste
woonkern van de stad Damme. Het dorp telt iets meer dan
duizend zielen en heeft het drukst bezochte bedevaartsoord van
de stad Damme.
Vaste evenementen.
Noveen voor de Heilige Rita in mei, kermisweekend eind mei.
Naam.
In de Middeleeuwen lag het huidige dorp op
een eiland aan de Noordzeekust. De naam "Den Hoorn" zou afkomstig
zijn van een hoornvormige zandbank die hier zou gelegen hebben
en boven de zeespiegel uitstak.
Geschiedenis.
De naam van de damweg
is afkomstig van een dam die werd opgeworpen om het achterliggende land te
beschermen tegen de zee. Deze dam lag in het verlengde van de branddijk
(voor het eerst vermeld in 1360). Het dorp ligt op nauwelijks een paar
meter boven de zeespiegel, waardoor er verscheidene kreken waren. Deze
kreken zijn ondertussen grotendeels verdwenen. De naam van de huidige groenestraat is afkomstig van "De Groene Hoeve", waar de
Klauwaerts (Vlamingen) in 1302 samenkwamen om het Leliaertsgezinde (Frans)
kasteel van Moerkerke in brand te steken.
Op
het kruispunt van de Damweg en de weg naar Lapscheure
(het huidige Haringgat) stond vroeger de Hoornmolen. Deze molen werd in
1562 in gebruik genomen en werd in 1920 afgebroken. Er zou nog een oudere
molen in het dorp gestaan hebben, namelijk die van Houtewerve.
Rond
1900 werd er een tramlijn aangelegd tussen Brugge en Aardenburg. Deze
diende voornamelijk om bieten en kolen te transporteren. Op Den Hoorn was
er een halte op de plaats waar de huidige St.-Ritakerk staat. In 1943 werd
de tram vervangen door een busdienst.
Op het einde van de Tweede Wereldoorlog werd hevig slag geleverd in het
kanalengebied van het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal. De Duitse
troepen, aan deze kant van de kanalen hadden een groot aantal bunkers laten
bouwen ter verdediging en aan verschillende boerderijen stond zwaar
artilleriegeschut. De meeste bunkers zijn na de oorlog opgeruimd, nog
slechts enkele getuigen van dit verleden. In 1944 werden de bruggen over de
kanalen opgeblazen, waardoor Den Hoorn afgesneden raakte van Moerkerke.
Omdat de dorpelingen de parochiekerk van Moerkerke niet meer konden bereiken,
werd de mis gehouden in de school.
Een
eerste noodkerk werd gebouwd in 1946, grotendeels uit beton en materiaal die de
Duitse bezetter had achtergelaten. In 1947 wordt Den Hoorn een parochie,
met Sint-Rita als patroonheilige. Een tweede noodkerk werd opgetrokken in
1960. Met de bouw van de huidige kerk werd begonnen in
1975. De inwijding gebeurde door de bisschop van Brugge in 1977.
Deze kerk werd onder leiding van de toenmalige pastoor E.H. Ackaert gebouwd door
vrijwillige parochianen. Het pronkstuk van de kerk is het beeld van de
madonna uit Polen die door toedoen van E.H. Ackaert in de kerk
terechtkwam. Tegenwoordig is de kerk een bekend bedevaartsoord geworden
dat ieder jaar door duizenden pelgrims wordt bezocht.
Den
Hoorn is een vredig landelijk dorpje, maar nog niet zo heel lang geleden hadden
een aantal dorpelingen een gevaarlijke bijverdienste: smokkel. Gezien de
ligging, dicht bij de Nederlandse grens, was het dorp een ideaal uitvalspunt
voor deze clandestiene handel. De smokkelwaren varieerden van boter tot
levende koeien. Aan creativiteit ontbrak het de smokkelaars niet. Zo
werden kalveren in de koffer van auto's verstopt, kalveren werden zelfs gekleed
en een grote hoed opgezet en zo vooraan in de auto gezet om de douaniers te
misleiden. Deze "handel" was zeker niet weggelegd voor bangerikken. In die tijd werd zelfs geschoten op smokkelaars en menigeen
heeft in "den bak" gezeten voor zijn daden. Deze activiteit had
zijn hoogtepunt in de jaren '50 en '60 van vorige eeuw. Een van de mooiste
fietsroutes van de streek heet trouwens "de Smokkelroute".
Van oudsher is landbouw de belangrijkste vorm van inkomsten
geweest. Buiten de dorpskern zijn nog steeds tussen de velden een aantal
oude hofsteden te zien. Ook in het dorp zelf staan nog een aantal typische
werkmanshuisjes.
|