Foto: centrum van Den Hoorn met Sint-Ritakerk. |
start > nl > deelgemeentes > den hoorn |
|
Den Hoorn
Algemeen.
Vaste evenementen. Naam.
Geschiedenis.
Op het kruispunt van de Damweg en de weg naar Lapscheure (het huidige Haringgat) stond vroeger de Hoornmolen. Deze molen werd in 1562 in gebruik genomen en werd in 1920 afgebroken. Er zou nog een oudere molen in het dorp gestaan hebben, namelijk die van Houtewerve.
Rond 1900 werd er een tramlijn aangelegd tussen Brugge en Aardenburg. Deze diende voornamelijk om bieten en kolen te transporteren. Op Den Hoorn was er een halte op de plaats waar de huidige St.-Ritakerk staat. In 1943 werd de tram vervangen door een busdienst. Op het einde van de Tweede Wereldoorlog werd hevig slag geleverd in het kanalengebied van het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal. De Duitse troepen, aan deze kant van de kanalen hadden een groot aantal bunkers laten bouwen ter verdediging en aan verschillende boerderijen stond zwaar artilleriegeschut. De meeste bunkers zijn na de oorlog opgeruimd, nog slechts enkele getuigen van dit verleden. In 1944 werden de bruggen over de kanalen opgeblazen, waardoor Den Hoorn afgesneden raakte van Moerkerke. Omdat de dorpelingen de parochiekerk van Moerkerke niet meer konden bereiken, werd de mis gehouden in de school. Een eerste noodkerk werd gebouwd in 1946, grotendeels uit beton en materiaal die de Duitse bezetter had achtergelaten. In 1947 wordt Den Hoorn een parochie, met Sint-Rita als patroonheilige. Een tweede noodkerk werd opgetrokken in 1960. Met de bouw van de huidige kerk werd begonnen in 1975. De inwijding gebeurde door de bisschop van Brugge in 1977. Deze kerk werd onder leiding van de toenmalige pastoor E.H. Ackaert gebouwd door vrijwillige parochianen. Het pronkstuk van de kerk is het beeld van de madonna uit Polen die door toedoen van E.H. Ackaert in de kerk terechtkwam. Tegenwoordig is de kerk een bekend bedevaartsoord geworden dat ieder jaar door duizenden pelgrims wordt bezocht. Den Hoorn is een vredig landelijk dorpje, maar nog niet zo heel lang geleden hadden een aantal dorpelingen een gevaarlijke bijverdienste: smokkel. Gezien de ligging, dicht bij de Nederlandse grens, was het dorp een ideaal uitvalspunt voor deze clandestiene handel. De smokkelwaren varieerden van boter tot levende koeien. Aan creativiteit ontbrak het de smokkelaars niet. Zo werden kalveren in de koffer van auto's verstopt, kalveren werden zelfs gekleed en een grote hoed opgezet en zo vooraan in de auto gezet om de douaniers te misleiden. Deze "handel" was zeker niet weggelegd voor bangerikken. In die tijd werd zelfs geschoten op smokkelaars en menigeen heeft in "den bak" gezeten voor zijn daden. Deze activiteit had zijn hoogtepunt in de jaren '50 en '60 van vorige eeuw. Een van de mooiste fietsroutes van de streek heet trouwens "de Smokkelroute". Van oudsher is landbouw de belangrijkste vorm van inkomsten geweest. Buiten de dorpskern zijn nog steeds tussen de velden een aantal oude hofsteden te zien. Ook in het dorp zelf staan nog een aantal typische werkmanshuisjes.
|
|
© Hendrik De Leyn - www.damme-online.com |