Moerkerke
Kerk en kasteel in het moeras
Algemeen.
Moerkerke is met haar iets meer dan tweeduizend zielen de op één
na grootste deelgemeente van Damme. Rond
het centrum ligt er veel groen. Langs de vaarten (Leopoldkanaal en
Schipdonkkanaal), ook plaatselijk de blinker en de stinker genoemd, kun je
prachtige fietsritten of wandeltochten maken. Of geniet van de uitgestrekte
polders rond Moerkerke met hun oude hoeves en talrijke kapelletjes.
Vaste evenementen.
Kasteelfeesten op de laatste zondag van augustus, kermis
tijdens het tweede weekend van oktober.
Naam.
De naam 'Moerkerke' is niet afkomstig van "kerk in een moeras",
verwijsende naar het drassige kustgebied van de 12e eeuw maar
heeft betrekking op tot het steken van turf in die periode.
Geschiedenis.
Onze eerste vermelding van een kapel van Moerkerke gaat terug
tot 1110. Deze kapel viel, zoals zovele andere, onder het
bestuur van de kerk van Oostkerke. Moerkerke werd
wellicht een onafhankelijke parochie na de aanleg (in de 12de eeuw) van een
zeedijk tussen Damme en Den Hoorn.
De
huidige kerk werd ingewijd in 1870 en is opgedragen aan St.-Dionysius.
Over de kerk(en) die er voor die tijd gestaan hebben, is weinig bekend. In
het begin van de 15e eeuw werden er herstellingswerken aan uitgevoerd, in 1547
stortte de toren in die twee jaar later werd herbouwd. In 1600 werd de
kerk verwoest. De heropbouw was voltooid in 1654. Uiteindelijk werd
ze vervangen door de huidige kerk. Op het einde van de Tweede Wereldoorlog
(op 12 september 1944 om precies te zijn) werd de toren van de kerk door 9
Duitse granaten afgeschoten. Deze granaten werden afgeschoten door artilleriegeschut dat zich aan de andere kant van de vaarten
bevond [zie slag om het Molentje]. De
toren werd na de oorlog opnieuw heropgebouwd (en zo blijft men bezig...), is
ongeveer zeven meter lager en iets anders van vorm dan de oorspronkelijke toren.
Door aanhuwelijking ging de
heerlijkheid Moerkercke van de familie 'van Moerkerke' over in die van 'van
Praet'. De bekendheid van de heerlijkheid is nauw verweven met de familie
van Praet, een oude Vlaamse adellijke familie [zie ook Oedelem]. Het
kasteel van Moerkerke is het pronkstuk van de gemeente. Een paar decenia
geleden stond het kasteel echter te verkrotten, maar werd
gelukkig heel smaakvol gerestaureerd. In de zalen van het
slot worden nu feesten opgeluisterd [meer info].
Het
kasteel van Moerkerke is niet het enige kasteel op het grondgebied van de
gemeente. Langs de weg naar Vivenkapelle staat namelijk het kasteel van
Altena. Eigenlijk staat het dichter bij de kerk van Vivenkapelle dan bij
die van Moerkerke, maar wel nog op het grondgebied van Moerkerke [meer
info]. Midden de velden
tussen Moerkerke en Sijsele lag vroeger het klooster
van Sarepta. In 1468 kwamen de kloosterzusters van St.-Elisabeth zich hier
vestigen. Een goede eeuw later moesten de zusters, door de bedreiging van
de Geuzen, het klooster verlaten. In 1586 werd de gebouwen door de Geuzen
in brand gestoken. Met de stenen van de oude kerk van de abdij werd in
1923 een kapel gebouwd die een aantal jaren geleden mooi opgeknapt werd door
de plaatselijke heemkundige kring (Heemkundige Kring Zwin Rechteroever), die er
tevens eigenaar van is. Van de
7 molens die in het dorp stonden, staat er geen enkele meer.
De wijk 'het Molentje' dankt haar naam aan een molen die daar tot 1922 had
gestaan. Het was een houten standaardmolen die meer dan anderhalve eeuw
door dezelfde molenaarsfamilie werd gebruikt. 'De molen van Schuts' was
oorspronkelijk ook een houten molen, die in 1858 werd herbouwd in steen.
Op 12 september 1944 werd deze molen door Canadese tanks in brand geschoten
omdat de molen een uitkijkpost van de Duitsers zou geweest zijn. De stenen
muren bleven nog staan tot 1957; toen werd wat er nog restte van de molen
gesloopt.
De meest gekende
periode uit de geschiedenis van Moerkerke is echter niet zo een aangename.
In 1944 werd immers hard gevochten rond de kanalen en in het
bijzonder rond de wijk 'het Molentje'. Vandaar de
benaming: de slag om het Molentje [meer info]. |